Algemene beschouwingen Kadernota 2021
“Wat moeten/kunnen wij op dit moment met de Kadernota 2020?”
Dat was een jaar geleden een vraag aan het college van de PVDA bij de behandeling van die kadernota. Diezelfde vraag kunnen wij nu weer stellen, immers, “Deze kadernota beschrijft en vertaalt slechts de autonome ontwikkelingen en de ontwikkelingen waarop de gemeente slechts in zeer beperkte mate invloed kan uitoefenen” lezen we dit jaar in de Kadernota 2021. Eigenlijk zijn we dan snel klaar. Vaststellen dat ding en wachten op de begroting 2021.
Toch wil de PvdA nog wel het een en ander kwijt over de Kadernota 2021. Om dat goed te kunnen doen schetsen we kort het beeld dat over komt uit de programmarekening 2019 en de eerste tussentijdse rapportage. Die programmarekening is weliswaar positief, maar dat is vooral te danken aan eenmalige meevallers als winstneming Waterkanten, positief resultaat sociaal domein, bijstelling algemene uitkering uit het gemeentefonds en toerekening kosten eigen dienst.
2019 zou een overbruggingsjaar moeten zijn. Het werd echter een financieel zwaar jaar met een fors oplopend tekort. De Kadernota 2020 gaf ook een flink tekort te zien. Dit alles resulteerde in een omvangrijke bezuinigingsoperatie en een fikse lastenverzwaring voor de burger door de verhoging van de OZB en de afvalstoffenheffing. Dit resulteert in een gemiddelde verhoging in Lisse van 16,4%, geeft de VNG aan. Dit zou de financiële toekomst een stuk zekerder moeten maken.
De 1e Tussentijdse Rapportage bevestigt echter het beeld van financieel zwaar weer. Een wederom sterk oplopend nadelig begroting resultaat en nog niet in beeld zijnde kosten (direct en indirect) van de corona crisis. De inzet van het college is om die 100% gecompenseerd te krijgen door het rijk, maar of dat gaat lukken is maar zeer de vraag. Een deel van die rekening zal toch bij de gemeenten terecht komen en daarmee dus bij de burger.
Diezelfde corona crisis komen we dan ook in de Kadernota 2021 tegen. Met de maatschappelijke ontwrichting die die crisis tot gevolg heeft zijn we al geconfronteeerd. Ook met een deel van de economische crisis. Een deel, want de volledige omvang ervan is nog niet bekend. De financiële gevolgen van de corona crisis zijn al helemaal nog niet te overzien, maar zullen zeer zeker ook omvangrijk zijn. Veiligheidshalve kiest het college dan ook voor een beleidsarme kadernota en worden beleidskeuzes en budgetten doorgeschoven naar de begroting 2021.
Maar het financieel perspectief staat ook zonder die corona crisis onder druk. Naar nu blijkt laat ook de meicirculaire een sterk negatief beeld zien. Daarnaast pakt de herverdeling sociaal domein negatief uit voor 100.000-min gemeenten (waren we nu maar Bollenstreek breed gefuseerd!).
Dat alles tot ons nemend komen we terug bij de startvraag: wat moeten we aan met deze Kadernota?
College, pas goed op de winkel.
Probeer de gevolgen van de corona crisis, maatschappelijk, economisch en financieel, goed in beeld te krijgen en begin die gevolgen de tackelen. Laat de ambities maar even waar ze nu zijn, in de koelkast, en probeer vooral de lokale economie te stimuleren en de mogelijke gevolgen voor onze inwoners te beperken. Zijn er ambities die daarbij een positieve rol kunnen spelen, haal dan die uit de koelkast en zet ze in. Vertaal dit alles in de begroting 2021. Wellicht kan dit een jaar worden van “herpakken”. Dat zou al heel wat zijn.
Wie weet kunnen we dan voor 2022 vol inzetten op al die ambities die tot dan toe nog niet goed uit de verf gekomen zijn. Jammer alleen, voor u, dat u er dan nog maar een paar maanden zit.